HECHTINGEN VERWIJDEREN

Na een operatie aan de lumbale wervelkolom – bijvoorbeeld bij een hernia of een vernauwing van het wervelkanaal (spinaalstenose) – worden doorgaans meerdere lagen hechtingen aangebracht. Deze verschillen in hun locatie, zichtbaarheid en in het verloop van de genezing:

​

De diepste laag betreft de spierfascie. Deze hechtingen zijn noch zichtbaar noch voelbaar, omdat ze diep in het weefsel liggen. Er wordt gebruik gemaakt van oplosbaar hechtmateriaal dat binnen enkele maanden volledig door het lichaam wordt afgebroken.

​

In de middelste laag, de zogenaamde onderhuid, kan het hechtmateriaal als kleine knobbeltjes onder de huid voelbaar zijn, maar het is niet zichtbaar. Ook hier worden oplosbare hechtdraden gebruikt die zich gewoonlijk binnen 1 tot 3 maanden vanzelf oplossen.

​

De bovenste hechtingslaag ligt in de huid en is zichtbaar. Er zijn twee varianten:

​

• Transparante, oplosbare hechtdraden: deze lossen binnen enkele weken vanzelf op. De daarboven aangebrachte wondstrips (Steristrips) kunnen na ongeveer 10 tot 12 dagen worden verwijderd, mits ze niet eerder vanzelf zijn losgekomen.

•  Blauwe, niet-oplosbare hechtdraden (Donati-hechting): deze worden alleen gebruikt als de hierboven genoemde hechtingen niet mogelijk zijn. Aangezien deze niet vanzelf oplossen, moeten ze na 10 tot 12 dagen volledig worden verwijderd. Dit kan zonder problemen worden gedaan door de huisarts.