ADVIEZEN NA OPERATIE NEK
Adviezen na een microscopische nekoperatie
Na de operatie aan uw nek moet u zich voorzichtig bewegen. Het draaien van het hoofd dient langzaam en bedacht te gebeuren, om uw nek de kans te geven aan te geven tot waar u zich zonder pijn kunt bewegen. U mag enkele uren na de operatie voor het eerst onder begeleiding van een verpleegkundige uit bed komen.
​
Na de ingreep kunt u soms pijn ervaren, voornamelijk in de nekspieren en rond de keel of slokdarm. De slokdarm kan pijnlijk aanvoelen omdat deze tijdens de operatie opzij is geschoven, wat een soort spierpijn kan veroorzaken. Dit is normaal en verdwijnt meestal binnen enkele dagen. Zorg ervoor dat u goed kauwt en kleine hapjes neemt.
​
De zenuwpijn die u voor de operatie ervoer, kan terugkeren, maar is meestal minder intens en neemt af. Dit komt omdat de beknelde zenuw tijd nodig heeft om te herstellen. Afhankelijk van hoe lang en ernstig de zenuw bekneld was, kan dit herstel enkele dagen tot maanden duren.
​
De verpleegkundigen zullen u regelmatig vragen om uw armen en benen te bewegen en controleren of het gevoel in uw ledematen goed is. Ook zullen uw bloeddruk en hartslag regelmatig worden gecontroleerd.
​
De wond van de operatie bevindt zich in de buurt van uw keel. Meestal gebruiken we zelfoplossende hechtingen die niet verwijderd hoeven te worden. Als u blauwe hechtingen ziet, moeten deze na 8 tot 12 dagen door de huisarts worden verwijderd. U mag 24 uur na de operatie kort douchen.
​
Om de pijn te verlichten, kunt u uw nek koelen met een koelpack (altijd met een doek ertussen ter bescherming van de huid en niet langer dan 10 minuten per uur) en eventueel wat ibuprofen nemen.
​
U mag alleen in begeleiding naar huis. Het is absoluut niet toegestaan om zelf auto te rijden. Zorg ervoor dat u comfortabel en met de stoel naar achteren geleund op de passagiersstoel zit, met uw hoofd op de hoofdsteun om de nekspieren te ontspannen.
​
Thuis dient u voldoende rust te nemen. Beweeg uw hoofd rustig en ontspannen, vermijd plotselinge bewegingen.
​
Wij adviseren u de eerste twee weken na de operatie niet auto te rijden. U kunt op basis van uw bewegingsmogelijkheden zelf beslissen wanneer het weer verstandig is om te rijden.
Na 8 tot 12 dagen kan de huisarts uw hechtingen verwijderen. Afhankelijk van de operatie en de toestand van uw huid gebruiken we verschillende hechttechnieken. Over het algemeen sluiten we uw wond in drie lagen, de spierfascie wordt in de diepte aan elkaar genaaid. U kunt deze hechtingen niet zien en meestal ook niet voelen. Ze lossen in de komende maanden vanzelf op.
​
Het onderhuidse weefsel wordt gesloten met de tweede hechtlaag. Deze hechtingen kunt u ook niet zien, maar u kunt soms kleine bobbeltjes onder de huid voelen, die na 1 tot 3 maanden verdwijnen als de hechtingen vanzelf oplossen. De derde laag zorgt ervoor dat de oppervlakkige huidlagen op elkaar liggen. We doen dit met dunne blauwe hechting. De blauwe hechtingen moeten na 10-12 dagen volledig worden verwijderd.
Fietsen is de eerste "sport" die je weer kunt beoefenen. Na ongeveer 2 weken kun je hier langzaam mee beginnen. Je moet je vooral veilig voelen bij het op- en afstappen en het in het begin niet overdrijven. Rustig rechtop zitten en een vlakke rit naar de bakker is een goed begin. Als dit goed gaat, kun je dit langzaam uitbouwen. Mountainbiketochten of racefietsroutes moet je in de eerste 6 weken nog vermijden.
​
Zwemmen en sauna en dergelijke natte sporten mag je na volledige genezing van de wond en 2 weken na verwijdering van de hechtingen weer beginnen.
Ook hier geldt:
niet overdrijven en langzaam beginnen!
​
Joggen kan na ongeveer 8 weken langzaam worden opgestart. Let op goede dempende schoenen en een prettige ondergrond, een bospad is beter dan asfalt. Begin langzaam en bouw langzamer op.
​
Contactsporten en sporten waarbij iemand probeert je te verwonden: voetbal, boksen, rugby en dergelijke, moet je in de eerste 3 maanden niet eens over nadenken.
​
Als u nog vragen heeft over uw individuele verloop, kunt u altijd contact met ons opnemen!