Hernia lendenwervels

Hernia schijf

Hernia

Een hernia (Hernia Nuclei Pulposi, HNP) is een uitstulping van de tussenwervelschijf. Deze uitstulping drukt op een zenuw, waardoor pijnklachten in het been ontstaan, eventueel met uitval van de zenuw (doof gevoel, krachtsvermindering).

Herniaoperaties behoren tot de meest frequent uitgevoerde ingrepen door neurochirurgen.

Veel vaker nog worden neurochirurgen geconftonteerd met het probleem van de rugpijn. Het is niet duidelijk of rugpijn moet worden beschouwd als het gevolg van een hernia. Ging men  daar vroeger altijd van uit, tegenwoording gelooft men dat slijtage van een tussenwervelschijf een rol kan spelen bij het ontstaan van rugpijn. Een hernia kan echter optreden zonder rugpijn. De typische klacht van een hernia is pijn in één been.

Anatomie van de wervelkolom

De wervelkolom heeft een centrale plaats in het bewegingsapparaat. Hij bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen twee wervellichamen zit telkens een tussenwervelschijf en deze 23 schijven verhogen de elasticiteit en de bewegingsmogelijkheden van de wervelkolom. Hoewel een hernia theoretisch bij iedere tussenwervelschijf kan voorkomen, zijn in de praktijk alleen de drie onderste tussenwervelschijven van belang.

De meest voorkomende hernia´s liggen tussen de 4e en de 5e lendenwervel en tussen de 5e lendenwervel en het heiligbeen. Op deze niveaus treedt 90% van alle hernia´s op, de overige 10% bevindt zich op het niveau daarboven.

De tussenwervelschijf bestaat uit een elastische kern die omgeven is door een vezelige ring. De achterkant van het wervellkanaal wordt gevormd door de wervelbogen die in een doornuitsteeksel uitlopen en waartussen een stevig band is gespannen. In het wervelkanaal bevindt zich het ruggenmerg dat echter niet verder reikt dan de eerste lendenwervel. Onder dit niveau zijn er alleen nog zenuwwortels die in het wervelkanaal lopen en waarvan er telkens een links en een rechts tussen twee wervels door het wervelkanaal verlaten.